De naam “Donkere Middeleeuwen” heeft al vele evoluties doorgemaakt; de definitie is afhankelijk van wie deze definiëert. Moderne geschiedkundigen gebruiken de term niet meer omdat deze zo'n negatieve ondertoon heeft. In het algemeen refereren de Donkere Middeleeuwen aan de periode die volgde op de val van het West-Romeinse Rijk. Dit gebeurde toen de laatste keizer van het Westelijke Rijk, Romulus Augustulus, in 476 na Christus door Odoaker, een barbaar, werd afgezet.
Dit tijdperk werd pas later door mensen als ‘donker’ of ‘duister’ bestempeld; de oorzaak hiervan was dat deze periode werd gekenmerkt door gebruiken en praktijken die een stap achteruit leken te zijn. Latere historici gebruikten de term ‘donker’ gewoonweg om aan te geven dat er weinig over deze periode bekend was; de geschreven geschiedenis over deze periode was bijzonder onvolledig. Recente ontdekkingen, die vele nieuwe feiten over deze tijd naar boven hebben gebracht, hebben dit idee blijkbaar bijgesteld.
De Italiaanse geleerde Francesco Petrarca was de eerste die de term ‘Donkere Middeleeuwen’ hanteerde. Hij gebruikte deze om zo de Latijnse literatuur uit die tijd aan de tand te voelen; anderen gebruikten zijn idee juist om frustraties over het gebrek aan Latijnse literatuur of andere culturele mijlpalen in deze periode uit te drukken. De naam “Donkere Middeleeuwen” wordt in het algemeen niet meer gebruikt. Meestal wordt deze periode nu aangeduid met de naam “Vroege Middeleeuwen” – de periode die volgde op het verval van het Romeinse Rijk in de Westerse wereld. De Middeleeuwen als geheel beslaan de periode van ongeveer 400 tot 1000 na Christus.
De Donkere Middeleeuwen - De Toestand van de Kerk
De Donkere Middeleeuwen waren een periode van religieuze worstelingen. Protestanten en Katholieken bekeken dit tijdperk vanuit verschillende perspectieven. Protestanten beschouwden deze tijd als een periode van Katholiek bederf; zij verfoeiden de gebruiken van de Katholieke Kerk met haar pauselijke doctrines en haar hiërarchie. Protestanten streefden er naar om opnieuw een puur Christendom te scheppen, zonder deze ‘duistere’ Katholieke gewoonten. Katholieken beschouwden dit tijdperk helemaal niet als ‘donker’. Katholieken beschouwden deze periode als een harmonieus en productief religieus tijdperk. De Donkere Middeleeuwen waren ook de jaren waarin de grote veroveringen door de Moslims plaatsvonden. Samen met andere nomaden en met strijders op paarden en kamelen raasden de Moslims met veel geweld door het gevallen Romeinse Rijk, waarbij ze intellectuele en sociale ketterijen achter lieten. De veroveringen door de Moslims gingen door tot aan de tijd van de Kruistochten. Dit eeuwenoude conflict tussen het Christendom en de Islam bestaat tegenwoordig nog steeds.
De Donkere Middeleeuwen - Geloof versus Verlichting
De Donkere Middeleeuwen waren een tumultueuze tijd. Rondzwervende, geruiterde indringers maakten het land onveilig. Religieuze conflicten ontsprongen; Moslims veroverden landen. Deze jaren werden gekenmerkt door een gebrek aan degelijke literatuur en culturele prestaties; barbaarse praktijken hadden de overhand.
Ondanks de religieuze conflicten werden de Donkere Middeleeuwen beschouwd als een tijdperk van het geloof. Mannen en vrouwen gingen op zoek naar God; sommigen via de sobere rituelen van de Katholieke Kerk, anderen via een Protestantse manier van aanbidding. Intellectuelen zien elke vorm van religie op zichzelf als een soort ‘duisternis’. Deze denkers beweren dat mensen die een religieus geloof volgen zichzelf hebben voorgelogen en zo een onjuiste realiteit hebben geschapen. Zij zijn gedomineerd door emoties, niet door feiten. Na de Donkere Middeleeuwen werd religie beschouwd als iets dat strijdig is met rationaliteit en rede, en dit zette de verschuiving naar de verlichting in beweging – een verschuiving die van de ‘duisternis’ weg leidde. Wetenschap en rede stegen in aanzien, en dit is zo voortgegaan tijdens en na de Hervorming en het tijdperk van de Verlichting.
Tot op zekere hoogte blijft de periode van de Donkere Middeleeuwen voor de hedendaagse mens een obscuur tijdperk. De combinatie van de onrust, de religieuze conflicten en de antipathieën van dit tijdperk hebben deze periode altijd relatief donker gehouden.
Maar het is ironisch dat onze huidige 21e eeuw net zo donker is. Het is een individuele duisternis, die zich verspreidt en snel groeit nu de politiek, het onderwijs en de samenleving gedomineerd worden door mensen die God afwijzen en zich in dat wereldbeeld verenigen. Ons tijdperk wordt gekenmerkt door een enorm aantal intellectuele en technologische vooruitgangen, maar onze moraliteit is aan het vervallen. “Weet dat de laatste dagen zwaar zullen zijn. De mensen zullen egoïstisch zijn, geldzuchtig, zelfingenomen en arrogant. Ze zullen God lasteren, geen ontzag tonen voor hun ouders, ondankbaar zijn en niets heilig achten. Ze zullen harteloos zijn, onverzoenlijk, lasterziek, onbeheerst en wreed. Ze zullen het goede haten en onbetrouwbaar, roekeloos en verblind zijn. Het genot zullen ze meer liefhebben dan God, ze zullen de schijn van vroomheid ophouden, maar de kracht ervan miskennen. Keer je af van zulke mensen.” (2 Timoteüs 3:1-5). Dat zijn de karakteristieken van een werkelijke duisternis.
http://www.allabouthistory.org/dutch/de-donkere-middeleeuwen.htm
<><